Als we zondag wakker worden is het niet koud, maar wel erg bewolkt en vooral plakkerig. Desondanks besluiten we om een flink stuk te wandelen in de bergen. Vol goede moed pakken we onze spullen in, wat proviand voor hongerige wandelaars en voldoende water om een paar uur mee vooruit te kunnen.
We rijden door Gatlinburg naar het Smoky Mountains National Park, waar het Sugarland bezoekerscentrum ligt. Hier vinden we een kaart met wandelpaden in de bergen, die meerdere staten beslaan. Er is zelfs een pad dat meer dan 2100 mijl lang is! Wij beginnen echter bescheidener met de Nature Trail die start bij het bezoekerscentrum. Hoewel het bij het centrum druk is, zie je op het wandelpad niemand meer. Al snel horen we donderslagen in de verte en we wachten even bij een schuilhut op de route. De regen blijft echter uit en we vervolgen onze weg op het flink stijgende en dalende bergpad. De Nature Trail is niet zo lang en als we bijna terug zijn, lopen we verder op de route naar de Cararact Falls, een kleine waterval in de bossen. Ook deze route hebben we snel gelopen en bij de waterval zien we een bordje richting Cove Mountain. Dit pad is ruim 8 mijl lang en we denken dit nog wel te kunnen afleggen.
Het weer is inmiddels bijzonder drukkend en het lijkt wel of je je door water moet banen als je de stijgende paden beklimt. Als er weer donderslagen klinken en de regen al snel flink begint te vallen, besluiten we om te draaien en het voor gezien te houden. Als we weer beneden bij het bezoekerscentrum zijn, barst het pas echt los. Met bakken tegelijk komt het water uit de hemel vallen en spijtig genoeg blijft het niet bij een buitje.
We besluiten dan maar om naar Pigeon Forge te rijden, een stadje op ca 10 mijl afstand van Gatlinburg. Mam en Jos zijn hier doorheen gereden toen ze de camping aan het zoeken waren en volgens hen was het een grote kermis. Daarmee hebben ze niets teveel gezegd. Aan weerszijden van de straten staan enorme attracties die je in Nederland nog niet op de grootste kermissen zult vinden. Overal staan (water)achtbanen en zijn andere kolderieke ritten neergezet. Aan de rand van Pigeon Forge ligt Dollywood, het pretpark van Dolly Parton, waar je nog meer achtbanengekte kunt vinden.
Omdat de regen nog steeds zonder genade valt, zoeken we een overdekt winkelcentrum waar we nog wat kunnen rondsnuffelen zonder nat te worden. Mijn ouders vinden hier een aantal dingen die ze gehoopt hadden in de VS voor weinig geld te kunnen kopen. Onze paspoorten liggen nog in de camper en als Jos een keer met zijn creditcard wil betalen en zich moet identificeren, kijkt Rob de verkoopster een keer lief aan waardoor Jos zijn nieuwe rugzak toch met zijn kaart mag betalen.
Na de middag lunchen we bij een vestiging van Bob Evans dat naast Christmas Place ligt. Dit is een pleintje met niets dan kerstwinkels die het hele jaar open zijn. We kunnen de verleiding niet weerstaan om binnen te kijken en we zijn het er al snel over eens dat we nog nooit zo veel (en zo veel maffe) kerstversieringen hebben gezien. De hele zaak glittert en glinstert en de kerstliedjes schallen vrolijk uit de luidsprekers. Een zeer vreemde ervaring aan het einde van april.
Aan het einde van de middag rijden we terug naar de camping zodat we met z’n allen nog iets kunnen eten voordat Rob en ik weer terug rijden naar Boiling Springs. We nemen zo veel mogelijk spullen mee, inclusief een stapel wasgoed, zodat mam en Jos als ze dinsdag terug komen letterlijk en figuurlijk in een gespreid bedje kunnen vallen.